vrijdag, april 21, 2006

Die kleine zoete...

Eigenlijk is het eerder verwonderlijk dat Dan Brown in het Bernini-mysterie een wijn op basis van de dolcettodruif aanhaalt. Piemonte, het noordwesten van Italië, is de plaats waar deze druif zijn thuismatchen speelt. En dat die thuismatchen niet altijd even veel volk trekken, is niet moeilijk te verstaan als je in de eerste divisie speelt met als gebuur een Barolo en Barbaresco (de topexpressies van de nebbiolodruif) en dan ook nog eens de barberadruif te duchten hebt.
Toch speelt de dolcettodruif de competitie op een stevige wijze. Zelfs op een dusdanige manier dat er een paar DOC's (Denominazione di Origine) specifiek voor haar zijn weggelegd. Denk maar aan de DOC Dolcetto di Dogliani. Hier heeft deze druif de logeplaatsen ingepalmd. In Barologebied zelf valt op dat de meeste wijnmakers zich ook wagen aan een dolcettowijn. Van oudsher was dit eigenlijk de dagdagelijkse drinkwijn in Piemonte en waarschijnlijk daarom wel eens (ronduit verkeerdelijk volgens mij) de Beaujolais van Piemonte genoemd. Probeer maar eens de Dolcetto Boschi di Berri van Marcarini en je zult merken dat dit niets met Beaujolais uitstaans heeft! De Boschi di Berri is trouwens een wijn uniek in zijn soort, nog afkomstig van ongeënte stokken.

Maar we dwalen af. De geschiedenis van de dolcettodruif gaat nog wat verder terug. Immers de vertaling van dolcetto betekent "de kleine zoete". Als je dit vertelt, trekken veel wijndrinkers de wenkbrauwen in één of andere vragende vorm. Maar geen nood, de dolcetto in je glas is alles behalve zoet, maar een perfect droge wijn met stevig wat materie. De naam komt eigenlijk van de tijd toen deze druif nog enkel op de tafel belandde. Inderdaad, de graven uit de Roero verorberden met graagte deze tafeldruif omdat deze zo'n lekkere zoete smaak had en bedachte haar dan ook met deze naam.